Als een zeester
‘Wees als een zeester’ zei mijn man altijd bij tropisch warme nachten. 'Gewoon op je rug gaan liggen en niet meer bewegen, dan val je vanzelf in slaap'. Ik moet grinniken als ik er aan denk. Het is vannacht zo’n nacht. Mijn wekker geeft 02.15 uur aan en als ik door het openstaande raam naar de toppen van de bomen kijk, denk ik: ‘geen zuchtje wind, wees als een zeester.’
Ik voel in mijn hoofd een vraag opkomen. Deze probeer ik vakkundig weg te zetten met een andere gedachte waarop er vervolgens meteen weer een nieuwe gedachte opkomt. Zo’n hoofd wat dan maar niet stil kan zijn. Een continu proces van elkaar opvolgende vraagstukken en dingen waar ik dan druk mee kan zijn. Ondertussen hoor ik een mug langs mijn oor zoemen en hoop ik dat ik niet zijn avondeten word. Ik weet dat dit blinde hoop is. Omdat ik geen zin heb om midden in de nacht met een lamp aan een zoektocht te starten naar een vervolgens magisch onzichtbaar geworden mug, laat ik het maar aan het lot over.
Mijn gedachten dwalen af naar mijn afspraken deze week. En naar de gesprekken die ik heb gehad de afgelopen tijd. De kracht die ik voel om na het overlijden van mijn man de draad weer op te pakken. Het gaat eigenlijk als vanzelf. Mijn werk geeft me plezier. Ik ben twee dagen voordat mijn man stierf begonnen met het schrijven van een boek. Had er geen idee van dat dit ooit op mijn pad zou komen, maar als je in response leeft, dan gebeuren de dingen gewoon. Ik zie dat mijn dochters het ook zo doen. Iedere dag halen we herinneringen op. Het zijn allemaal herinneringen die een warm gevoel opleveren van liefde en dankbaarheid. Voor het leven en voor alles wat er is, als je er de ruimte voor geeft om het te omarmen.
We hebben het onwijs mooi gehad met ons vieren. Mijn man en ik waren aan elkaar gewaagd, heel verschillend en toch konden we prima door een deur. Zonder kinderen al, maar ook met de kinderen was er een gevoel van compleet zijn. Ja, ook bij ons was er wel eens wat. En soms ook wel eens heel wat. Maar toch, door het te accepteren en het niet groter te maken dan het was, konden we probleemloos onze weg daarin vinden.
En nu vinden mijn dochters en ik onze weg daar weer in. We hebben spelenderwijs nieuwe routines ontwikkeld. Na het avondeten wandelen we tegenwoordig met ons drieën met de hond. Althans, meestal wandelt de hond met mij en lopen de meiden gezellig achter ons aan te keuvelen over van alles en nog wat. We bespreken dan de thema’s die er zijn als je 12 bent en altijd komen er verhalen vrij over hun vader. ‘Oh mam, hier waren we met papa toen op de scooter weet je nog? En daar zaten we even uit te rusten omdat hij moe was. Oh en op die plek….’ Ik laat ze heerlijk vertellen. We hebben sinds zijn dood nog geen enkele keer gedoe gehad. Of gezeur. ‘Pubers kun je je handen aan vol hebben’, zei iemand tegen me. Ik dacht alleen ‘ik heb twee handen, voor elke puber één dus het zal wel goed komen.’ En het komt ook goed.
Het leven valt niet te sturen, niet te controleren. Het komt vanzelf naar je toe. Er zijn een paar technieken die je in kunt zetten om het te leren. Leren leven als jezelf. Ik pas ze toe in mijn experiment en leer ze ook aan mijn kinderen. Het zorgt voor rust en minder weerstand. Maar het zorgt met name voor een diep gevoel van tevredenheid. Niet meer in die ratrace. Mijn man liet dat de laatste maanden van zijn leven zo mooi zien. Dat leven vooral overgave is. En in het moment zijn. Ook al heb je pijn en weet je soms echt niet waar je het zoeken moet. Zijn wijsheid en kracht leven in ons voort. Soms heel praktisch. Zoals vannacht. Als het warm is en je wakker ligt met een hoofd vol gedachten. ‘Wees als een zeester, dan val je vanzelf in slaap’.