Hoe woorden kunnen kloppen
Het komt zo onvoorstelbaar binnen. Hoe je tranen kunt huilen van dankbaarheid. Omdat je dingen herkent in woorden die een ander heeft opgeschreven. In dit geval is het de tekst van Paul van Vliet. Mijn schoonzusje deelde de tekst met me. Ik had deze nog niet gezien. Maar toen ik het las kwamen de tranen. Hele dikke druppen over de wangen. Niet zozeer van verdriet. Maar vooral van dankbaarheid. Want sommige mensen zijn in staat om in woorden te vatten wat gaat over hoe de dood een onderdeel is van ieder mens. Of je nou ‘beroemd’ bent of niet. De laatste wens gaat vaak over één ding. En dat is liefde. Liefde ontvangen en liefde geven. Mijn man had exact dezelfde wens. Ik weet nog dat ik opschreef op mijn notities voor de huisarts die langs zou komen, de laatste dagen voordat hij stierf:
“Alwin wil NIET naar het ziekenhuis”.
Hij had niet veel kracht meer, maar deze woorden kwamen er met zoveel kracht uit, dat ik daar niet omheen kon en ook niet wilde. Want ik voelde dat exact zo. Niet naar het ziekenhuis. Ik doe het zelf, samen met hem. Met de enige vaardigheid die ik heb. Daar hoef ik geen dokter voor te zijn, of verpleegkundige. Daar hoef ik geen opleiding voor te volgen, waarin ik theoretisch leer hoe ik iemand zou moeten verzorgen. Nee. Ik heb de enige vaardigheid die hiervoor nodig is. Een vaardigheid die ieder mens heeft. En dat is de vaardigheid van het geven en ontvangen van LIEFDE. Want dan, kun je datgene doen, wat Paul van Vliet zo onvoorstelbaar mooi en treffend heeft opgeschreven in de tekst “Laatste wens”.
Ik ben niet bang
Om dood te gaan
Ik ben alleen maar bang
Voor de manier waarop
Ja goed het is nog niet zover
En als je ‘t niet wilt
Daarover praten
Dat ik liever stop
Dan hou ik er meteen weer over op.
Maar toch, je weet het nooit
Het is natuurlijk onzin
Maar je denkt wel es van ‘als’
En ‘hoe’ en ‘wat’
En het is ook daarom dat…
Nee alles werkt nog goed
En functioneert nog
Zoals het moet maar toch…
Ja kijk, ik ben zo bang
Dat als het zover is
Dat er dan mensen
Gaan beslissen over mij
Mijn lichaam en mijn leven
En mijn dood
Omdat ze vinden dat ikzelf
Dat niet meer kan
En…dat zíj dat dan…
Dus daarom zeg ik het
Je toch maar liever nu
Voor het geval dat
Als ik dan…
Wou ik je vragen of
Jij…als het kan
Ervoor wil zorgen
Dat ik niet in zo’n ziekenhuis
Maar bij ons thuis
En in mijn eigen bed
Op de manier zoals ik wil…
Het laatste restje zelfrespect
Dat je een mens moet laten
Is toch, dat hij zelf mag zeggen
Hoe hij wil dat hij vertrekt.
Jij kent mijn lichaam beter
Dan zo’n dokter of zo’n
Zuster met een thermometer
En hoe het met mij gaat
Hoef jij niet af te lezen
Van zo’n apparaat
Jij hoeft mijn hartslag
Niet te meten
Jij zal na al die jaren
Beter weten
Hoe het daarmee staat…
Jij hebt het kloppen
Van mijn bloed
In jou gevoeld…, ja toch?
Jij kent mijn adem en mijn angsten en mijn zweet
Jij kent toch ieder plekje van mijn huid
En als iemand weet
Wat ik daaronder voel
Ben jij dat toch…?
Dus, als het zover is
Laat mij dan thuis
Dat jij niet op bezóek komt
Maar d’r bént
Gewoon zoals altijd
Mijn eigen bed, mijn eigen huis
Vertrouwd, bekend
Ja, God
Ik zit maar wat te zeuren
En het is nog niet zover
Maar goed
Dan weet je ‘t vast
Voor straks
Mijn laatste wens:
Mijn eigen huis
Mijn eigen bed
En jouw intensive care.
© Copyright – Paul van Vliet